Zindelijk worden

Zindelijk worden gaat bij ieder kind anders. Denk bijvoorbeeld aan het moment, de voorkeur voor een potje of juist het toilet. Het ene kind is niet met het andere kind te vergelijken als het gaat om zindelijk worden. Zo wil de een de luier al uit, terwijl de ander meer stimulans nodig heeft.

Baby’s tot 12 maanden plassen reflexmatig wanneer ze een volle blaas hebben. Vanaf 12 maanden neemt de gevoeligheid van de blaas voor het reflexmatig plassen af. Vanaf 18 maanden kan een kind de eerste gewaarwordingen van zindelijkheid ervaren en ontdekt het dat een natte luier of een volle broek niet prettig aanvoelt. 

In Westerse landen worden de meeste kinderen tussen de 24 en 36 maanden overdag zindelijk. Vervolgens duurt het nog 6 tot 12 maanden voordat een kind ook 's nachts zindelijk is. Meisjes worden over het algemeen iets eerder zindelijk dan jongens. Dat de meeste kinderen met 36 maanden zindelijk zijn, betekent dat er dus ook kinderen zijn die pas later zindelijk worden. Dit zijn er zelfs behoorlijk veel. Maar liefst 25% à 30% is pas na het 4e jaar geheel zindelijk. Je mag van een kind verwachten dat het (overdag) zindelijk is met 5 jaar, omdat pas dan alle organen, die een rol spelen bij de zindelijkheid, volledig zijn uitgerijpt. Bedplassen is pas een erkend probleem als het kind ouder is dan 6 jaar. Overigens plast 1 op de 6 vijfjarigen 's nachts nog wel eens in bed. Bij zesjarigen is dit 1 op de 10.

 Toiletritueel in Plukkebol

  • Op de ukkengroepen gaan alle kinderen met 18 maanden onderdeel uitmaken van het toiletritueel. Dit wordt voortgezet op de peutergroepen.
  • Er zijn in de sanitaire ruimtes drie kindertoiletjes op een rij zonder schotjes. De kinderen kunnen elkaar dus zien. Hier gaat grote kracht vanuit, omdat kinderen elkaar imiteren.
  • Is een kind van huis uit gewend aan een potje of heeft hij/zij de voorkeur voor een potje, dan wordt deze in de toiletruimte neergezet.
  • Laat kinderen die net starten spelenderwijs kennis maken met de wc of het potje. Doe voor hoe je doortrekt en laat zien wat er gebeurt. Kinderen zelf laten doortrekken kan ook heel leuk zijn en daarmee een extra stimulans worden. Houd rekening met de eigenheid van ieder kind en gun elk kind zijn/haar eigen tempo.      
  • Stimuleer het kind op het toilet of het potje te gaan. Dwing niet, laat het initiatief zoveel mogelijk bij het kind. Bevestig kinderen positief, alleen al het zitten op het toilet of de pot is een prestatie!
  • Handen wassen hoort erbij en is ook leuk om te doen.
  • Er zijn 4 vaste toiletmomenten op een dag. Maar kinderen kunnen natuurlijk vaker naar het toilet moeten en het is een goed teken als ze dit zelf gaan aangeven.  
  • Lees kinderboekjes voor over het zindelijk worden en op het potje gaan. Hiermee wordt het toiletritueel onderdeel van de belevingswereld van het kind.
  • Leer een jongen om zittend te plassen. Jongens die bij het zindelijk worden staan, kunnen een verkeerde plasroutine ontwikkelen. Ze gaan dan te veel duwen om de urine naar buiten te krijgen, terwijl zij het juist van een ontspannen positie moeten ‘laten lopen’. Alleen dan krijgen ze alles eruit. Een keer tegen een boom aan plassen, als je gaat wandelen, mag zeker.
  • Probeer de stappen op weg naar zindelijkheid niet te veel te controleren. Op een dag wil en is het kind zindelijk. Schrik niet wanneer er een terugslag is en het kind weer een paar keer in zijn/haar broek plast. Het is een kwestie van vallen en opstaan, net zoals het kind heeft leren lopen.
  • Verwacht niks van het kind als er andere dingen in zijn/haar leven spelen die veel energie kosten: een babybroer of zus en bijvoorbeeld een verhuizing. Kinderen kunnen dan ook terugvallen. Het komt wel weer.
  • Maak je niet boos bij een ongelukje, maar houd het luchtig. Zelfvertrouwen en emotionele veiligheid is belangrijk in dit proces. 

Samen met de ouders

Pedagogisch medewerkers gaan in de 17e maand het gesprek aan met de ouders van het kind over het zindelijk worden. Eerder kan ook op initiatief van de ouders. Besproken wordt het toiletritueel in Plukkebol en thuis. Goede afstemming draagt bij aan het succes.

Neem gerust contact op met de pedagogisch medewerkers mocht je nog vragen hebben.